Dit is een instrument van Stimular
Ook van Stichting Stimular: Milieubarometer | MVO-balans

Financiering, subsidies en vergunningen

Gunstig lenen

Voor milieugerichte investeringen zijn er leningen tegen een gereduceerd rentetarief. Zo kun je meer doen met minder geld.

Informeer naar de groene lening bij jouw bank.

Bij het toepassen van duurzame energie of het bouwen van een duurzaam bedrijfspand, kom je mogelijk in aanmerking voor een groene lening. Dit levert een rentevoordeel van circa 1% op. Om in aanmerking te komen voor groenefinanciering, heb je een groenverklaring nodig. De bank regelt deze voor jou. Voorwaarde is dat je investering binnen één van de projectcategorieën past. Lees meer over groenprojecten.

Informeer naar de duurzaamheidslening bij jouw gemeente.

Sommige gemeenten verstrekken gunstige leningen voor het verduurzamen of energetisch verbeteren van gebouwen. Vaak zijn deze uitsluitend voor huishoudens bestemd. Bedrijven aan huis kunnen soms gebruikmaken van de financiële regelingen voor huishoudens én die voor bedrijven. Je vindt deze regelingen op www.energiesubsidiewijzer.nl.

Sluit een lening af bij een duurzame bank.

De ene bank let beter op de gevolgen van hun investeringen voor mens en natuur dan de andere. Met de eerlijke bankwijzer vergelijk je banken op hun beleid voor onderwerpen als klimaat, natuur, mensenrechten, wapens, corruptie en betrouwbaarheid. Er zijn banken die alleen investeren in duurzame projecten en bedrijven, bijvoorbeeld de Triodos en de ASN bank.

Fiscaal voordeel

Betaal minder belasting. Gebruik de fiscale regelingen die investeren in zuinige en schonere technieken goedkoper maken. Bij iedere regeling hoort een lijst waarop je leest welke investeringen in aanmerking komen voor de regeling. Jouw installateur of boekhouder kan je ondersteunen.

Belastingvoordeel met EIA.

De EIA-regeling (Energie-investeringsaftrek) biedt ondernemers fiscaal voordeel bij investeringen in energiebesparing en duurzame energie. De regeling biedt een extra fiscale aftrekpost van 41,5% (2014) van de investering. Voorbeelden (2014) van bedrijfsmiddelen die op de Energielijst staan, zijn een warmtepomp, HR-glas, extra isolatie, daglichtafhankelijke regeling voor verlichting en zonnecellen. Ook kun je de EIA benutten voor het verbeteren van het energielabel van een bestaand bedrijfsgebouw en voor een energieadvies. Lees meer over de EIA.

Belastingvoordeel met VAMIL.

De VAMIL-regeling (Willekeurige afschrijving Milieu-investeringen) maakt het mogelijk investeringen die vermeld staan op de Milieulijst fiscaal vrij af te schrijven. Je kunt de verschuldigde belasting dus naar de toekomst verschuiven of de afschrijving belastingtechnisch gunstig uitvoeren. Dat levert je een liquiditeit- of rentevoordeel op.

Op de Milieulijst staan onder meer een zeer duurzaam nieuw of gerenoveerd gebouw, een vegetatiedak, buitenverlichting met groenstralend licht en een infiltratiesysteem voor regenwater. Lees meer over VAMIL.

Belastingvoordeel met MIA.

Met de MIA-regeling (Milieu-investeringsaftrek) mag je 15 tot 40% van de investering afschrijven van je fiscale winst. Omdat veel bedrijfsmiddelen zowel onder de MIA- als onder de VAMIL-regeling vallen, zijn ze gezamenlijk opgenomen in de Milieulijst. Zie verder de informatie over VAMIL hierboven.

Subsidies

Voor bedrijven bestaan enkele subsidieregelingen gericht op duurzaamheid. Vraag er naar bij jouw architect, aannemer of installateur.

Stimulering Duurzame Energieproductie.

Duurzame energie is energie die wordt opgewekt uit natuurlijke bronnen als wind zon en biomassa. SDE subsidieert vormen van duurzame energie die op dit moment nog niet rendabel zijn. SDE zorgt dat je de investering in ongeveer 15 jaar terugverdient, daarna is de opbrengst ‘winst’ voor jou. Lees meer over de SDE.

Overige subsidies.

Een overzicht met alle Europese, nationale en lokale overheidssubsidies voor bedrijven vind je op Antwoord voor bedrijven.

Kijk ook eens op www.energiesubsidiewijzer.nl. Bedrijven aan huis kunnen in bepaalde situaties gebruikmaken van de financiële regelingen voor huishoudens én die voor bedrijven.

Overige financieringsconstructies

Steeds meer beleggers zien de voordelen van groene gebouwen: meer huur per m2 vanwege beter comfort en lagere energielasten, hogere bezettingsgraad en betere verkoopprijs. Uit onderzoek van ING blijkt dat het verduurzamen van een bestaand kantoorgebouw leidt tot hogere huuropbrengsten en een waardestijging van het pand. Toch is regelmatig geld niet het grootste probleem, maar de risicoverdeling.

Gebruik onderhouds- en exploitatiebudget.

Is jouw organisatie budgetgestuurd? Zet de te verwachten energiewinst en de winst op de onderhoudskosten over de komende vijftien tot twintig jaar in als financieringsbudget.

Innovatieve contracten.

Je werkt samen met diverse financiële dragers (fiscale, hypothecaire en andere) op basis van vertrouwen. Voorbeelden zijn PPS-constructies (publiek private samenwerking) en DBFMO-contracten (design, build, finance, maintain, operate).

Prestatiecontract met Energy Service Companies (ESCo).

ESCo’s zijn bedrijven die aanleg, onderhoud en beheer van de (klimaat-) installaties van gebouwen overnemen. Zij leveren een gegarandeerde energiebesparing, inclusief de financiering ervan. Je hebt dus niet te maken met investeringskosten. De afspraken worden vastgelegd in een prestatieovereenkomst. De voordelen:

  • ESCo’s hebben kennis van installaties, je hoeft dus niet zelf in technische kennis te investeren;
  • ESCo’s financieren de aanleg van een installatie;
  • Met een ESCo zijn prestatieafspraken over energiebesparing te maken;
  • Een ESCo kan in aanmerking komen voor subsidies en fiscale regelingen;
  • ESCo’s kunnen een totaal ontzorgingsconcept aanbieden.

Een ESCo is interessant als een gebouw grote installaties bevat (zoals bij zwembaden, ziekenhuizen, zorginstellingen, scholen en sporthallen), investeringsruimte ontbreekt en energiebesparing mogelijk is. Er zijn ook steeds meer voorbeelden van kleine ESCo-contracten die zich richten op één specifieke duurzame maatregel. Daarbij zijn ook voorbeelden van MKB-bedrijven die hun energiebesparing uitbesteden.

Meer informatie: ESCoNetwerk.

Vergunningen en meldingen

Bij een verbouwing of verhuizing moet je rekening houden met de geldende wet- en regelgeving en over de juiste vergunningen beschikken. De meeste vergunningen vraag je aan bij jouw gemeente. Houd daarbij rekening met de doorlooptijd van jouw aanvraag.

Bepaal welke milieuregels voor jou gelden.

De Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) helpt je hiermee. De AIM is een online vragenschema waarmee de overheid je inzicht geeft in de verplichtingen vanuit de milieuwetgeving.

Vraag tijdig een omgevingsvergunning aan.

Bij nieuwbouw of aanbouw heb je altijd een omgevingsvergunning nodig en ook bij een verbouwing is dit vaak het geval. Doe de vergunningscheck op de website van het omgevingsloket. De volgende deelvergunningen zijn onderdeel van de omgevingsvergunning:

  • milieuvergunningen;
  • bouwvergunningen;
  • sloopvergunningen;
  • monumentenvergunning;
  • huisvestingsvergunning;
  • gebruiksvergunning;
  • afvalbeschikking.

Op het moment dat je met de (ver)bouw begint, moet de omgevingsvergunning in je bezit zijn. Tijdig vooroverleg met de vergunningverlener zorgt er voor dat jouw vergunningaanvraag soepel verloopt. Je kunt eisen, vragen en suggesties van de vergunningverlener dan nog meenemen in jouw bouwplannen.

U kunt de omgevingsvergunning voor verschillende onderdelen van de verbouw apart aanvragen. Het is echter aan te raden de aanvragen te bundelen tot één of maximaal twee aanvragen. De omgevingsvergunning wordt verleend door jouw gemeente. De maximale doorlooptijd van de omgevingsvergunning is 6 maanden (met een uitloop van 6 weken).

Geen omgevingsvergunning nodig? Doe tijdig jouw melding in het kader van het activiteitenbesluit.

Dien uiterlijk één maand voor ingebruikname een melding in het kader van het Activiteitenbesluit in. Je doet dit met de Activiteitenbesluit Internet Module.

Heb je een monumentaal pand? Geef dit aan bij de aanvraag van de omgevingsvergunning.

De gemeente kan je vertellen of jouw pand een monument is. Een monumentenvergunning vraag je aan bij jouw gemeente en is onderdeel van de omgevingsvergunning. Zonder monumentenvergunning kan de gemeente geen bouwvergunning geven.

Wil je koude- / warmteopslag? Neem dit mee in de omgevingsvergunning.

Voor koude- / warmteopslag in de bodem is meestal een vergunning nodig. Dit is altijd het geval bij een open systeem, waarbij je water uit de bodem oppompt. Bij gesloten systemen is de vergunningplicht afhankelijk van de capaciteit van het systeem. De architect of installateur kan je hier meer over vertellen. Reken bij het aanvragen van deze vergunning op een doorlooptijd van zes maanden (met een uitloop van 6 weken).

Gebouw met veel mensen? Vraag een gebruiksvergunning aan.

Voor gebouwen waar veel mensen bijeenkomen is vaak een gebruiksvergunning of -melding nodig. Deze heeft betrekking op brandveiligheid. Voor het MKB is een melding meestal voldoende. Bedrijven met minder dan 50 werknemers hebben zelfs geen meldplicht in het kader van de gebruiksvergunning.
Je kunt de gebruiksvergunning aanvragen als onderdeel van de omgevingsvergunning, maar deze kan ook apart aangevraagd worden. Je moet de vergunning minimaal 4 maanden voor de ingebruikname van een nieuw gebouw aanvragen.

Laat een bodemonderzoek uitvoeren.

Als uje verbouwt of sloopt is een bodemonderzoek vaak verplicht. Wanneer een bodemonderzoek verplicht is, verschilt per gemeente. Ga in de volgende situaties na of je een bodemonderzoek moet laten uitvoeren:
1. aanvraag van omgevingsvergunning (of alleen deelvergunningen bouw, sloop en milieu);
2. bestemmingswijziging;
3. wanneer het bevoegd gezag een bodemverontreiniging vermoedt;
4. het verwijderen van een (ondergrondse) opslagtank;
5. aan- en afvoer van grond.
Raadpleeg hiervoor uw gemeente.