Dit is een instrument van Stimular
Ook van Stichting Stimular: Milieubarometer | MVO-balans

Klimaatinstallaties

Temperatuurverschillen gebruiken

Kantoor, werkplaats, opslag, serverruimte en vriescel hebben verschillende temperatuureisen. Gebruik dit in jouw plannen. Dat bespaart je energie en levert meer comfort.

Houd ruimtes en functies met verschillende temperatuureisen gescheiden.

Ga na welke temperatuureisen je aan de verschillende bedrijfsruimtes stelt en maak op basis hiervan een bedrijfsindeling. Scheid koele en warme ruimtes met muren, glazen wanden, strokengordijnen of roldeuren en geef iedere ruimte een aparte temperatuurregeling.
Compartimenteer grote ruimtes

Gebruik de natuurlijke temperatuurverdeling in het pand.

Plan ruimtes die warm mogen worden onder het dak en ruimtes die koel moeten blijven langs de noordgevel, binnenin het pand of in ondergrondse ruimtes.

Koel en verwarm niet meer dan nodig.

Op de gang hoeft het niet zo koel of warm te zijn als in een kantoor. In een serverruimte (waar geen mensen werken) kan de temperatuur hoger zijn. Computerapparatuur functioneert bij een inlaattemperatuur van 30-35°C nog goed.

Alle energiemaatregelen voor serverruimte en datacenter

Minder mechanische koeling

Ga na of koeling nodig is en of een aangename temperatuur ook op een andere manier bereikt kan worden. Denk aan (natuurlijke) zonwering en (nacht)ventilatie.

Pas (natuurlijke) zonwering toe.

Buitenzonwering is het meest effectief om zonnewarmte buiten te houden, daarna volgen zonwerend glas en binnenzonwering. Natuurlijke buitenzonwering ontstaat door bomen aan te planten rond het pand. Loofbomen houden in de zomer zonlicht tegen waardoor het gebouw koel blijft. In de winter verliezen loofbomen hun blad waardoor het zonlicht het gebouw kan verwarmen.

Beperk het elektriciteitsverbruik van de apparatuur in het pand.

Alle elektriciteit die door apparatuur wordt verbruikt wordt uiteindelijk omgezet in warmte. Door het elektriciteitsverbruik van apparatuur zo veel mogelijk te beperken, is minder koeling nodig. Kijk extra kritisch naar apparatuur in een gekoelde ruimtes. Geen onnodige apparatuur in gekoelde ruimte

Koel door warmteoverlast af te zuigen.

Het gericht afzuigen van warme lucht is energiezuiniger dan ruimtekoeling of het open zetten van de deuren. Denk aan afzuigen bij apparatuur, langs lamparmaturen in een verlaagd plafond, tussen raam en lamellen of net onder het platte dak.

Gebruik (zomernachtventilatie en) gebouwmassa om koude te bufferen.

Gebruik de gebouwmassa (zo mogelijk in combinatie met nachtventilatie) om koude in het gebouw op te slaan. Hoe zwaarder een bouwmateriaal hoe meer koude het kan opslaan. Denk bijvoorbeeld aan een kerkgebouw dat lang koel blijft. Om dit effect te kunnen gebruiken, mag de gebouwmassa niet afgesloten zijn door een gesloten plafond. Een nieuwe ontwikkeling is het toepassen van phase-change-materials (PCM) in een koelplafond of als buffer bij de koelinstallatie. Zomernachtventilatie

Plaats serverruimte aan buitengevel.

Zo wordt het makkelijker om de ruimte te koelen met buitenlucht. Vrije koeling voor een datacenter

Efficiënt koelsysteem

Koelen kost meer energie dan verwarmen. Installeer dus een efficiënt systeem met beperkte koeling of gebruik koude uit bodem.

Kies voor topkoeling. i.p.v. koeling naar 21°C.

Bij topkoeling is de binnentemperatuur maximaal 5°C lager dan de buitentemperatuur. Dit kost veel minder energie dan continue koeling tot 21°C. Bovendien zorgt een temperatuurverschil van maximaal 5°C er voor dat mensen de overgang tussen binnen en buiten prettig blijven vinden.

Koel jouw pand met koude uit de omgeving: koudeopslag in de bodem of vrije koeling.

Overweeg gebruik van koudeopslag als je jouw gebouw wilt koelen. Koude uit de winter wordt daarbij in de bodem opgeslagen en zomers gebruikt in jouw gebouw. Let op dat hiervoor de koudebron in het bouwplan verwerkt moet worden. Koudeopslag is interessant als het koelvermogen groter is dan 100 kW.
Een systeem voor koudeopslag kan worden uitgebreid tot warmtekoudeopslag (WKO). Daarbij wordt zomerwarmte in de winter – met hulp van een warmtepomp – gebruikt voor verwarming. Bekijk de inkooptips van bodemenergiesystemen van Platform Duurzame Huisvestng. Warmte- en/of koudeopslag in de bodem (WKO)
Vrije koeling betekent koelen met buitenlucht zonder tussenkomst van een koelmachine. Vrije koeling kost 50-80% minder energie dan koelen met een koelmachine. Het is meestal een aanvulling op een koelmachine omdat uitsluitend vrije koeling bij warm weer onvoldoende is. Koel met koude buitenlucht (vrije koeling)

Hoge temperatuur koeling (HTK).

Bij HTK pompt het koelsysteem water van 10-16°C rond, in plaats van water van 6-8°C, zoals in een traditioneel systeem. Een koelinstallatie heeft bij 14°C zo’n 20% meer rendement dan bij 6°C. Bij gebruik van HTK is wel een groter afgifteoppervlak nodig, bijvoorbeeld in de vorm van vloer- of plafondkoeling. Zorg voor een goede anti-condensregeling ter voorkoming van een nat afgifteoppervlak in de zomer. Koeling met koudeopslag in de bodem is meestal HTK.

Vraag om een zuinig, slim en milieuvriendelijk koelsysteem.

Naast koude opslag en vrije koeling bestaan er diverse andere mogelijkheden voor slimme en efficiënte koeling. Denk bijvoorbeeld aan een omkeerbare warmtepomp, verdampingskoeling, en als er restwarmte aanwezig is aan absorptiekoeling.

Zorg dat voldoende koele lucht langs de condensor kan stromen.

Het verbeteren van de luchtstroming langs de condensor bespaart ongeveer 15% op het jaarlijkse elektriciteitsgebruik van de installatie. Goede luchtstroming langs de condensor van de gebouwkoeling

Goede regeling koeling

Vaak maakt de gebouwkoeling meer uren dan nodig. Het voorkomen van onnodige koeling bespaart daarom veel energie.

Schakel de koeling uit als het raam open staat.

Bij nieuwbouw of renovatie kan geregeld worden dat de koeling in een ruimte automatisch uitschakelt als iemand een raam opent.

Plaats een pompschakeling in een koelsysteem met waterdistributie.

Als de pomp van een gekoeld watersysteem continue ingeschakeld is, draait deze tot 8 keer zo veel uren als nodig. De terugverdientijd van een automatische pompschakelaar is daarom minder dan één jaar. Schakel pomp in gekoeld watersysteem automatisch uit

Neem inregelen installatie op in opdracht.

Neem het goed inregelen van de installatie in de opdracht op. De vooraf berekende verdelingen van warmte, lucht of koude komen vaak niet exact overeen met de praktijk. Door een goede inregeling kan dat bijgesteld worden. Dat verhoogt het comfort en verlaagt meestal de energiekosten.

Groot kantoor? Installeer een gebouwbeheersysteem (GBS).

Een gebouwbeheersysteem (GBS) wordt gebruikt om alle installaties, met name de elektrische en werktuigbouwkundige installaties, centraal aan te sturen en te laten samenwerken (communiceren). In de praktijk valt met een Gebouwbeheerssysteem (GBS) grote energiewinst te maken. Te vaak gebeurt het bijvoorbeeld dat een ruimte tegelijk verwarmd en gekoeld wordt.
Gebouwbeheersysteem (GBS)

Restwarmte gebruiken

Gebruik warmte uit ventilatielucht, van apparatuur of uit afvalwater.

Leid warme lucht van apparatuur in het stookseizoen naar verwarmde ruimtes.

Gebruik bijvoorbeeld warme lucht van compressoren of warmte uit een serverruimte. Voer deze warme lucht in de zomer naar buiten af.

Plaats ondersteuningsventilatoren in hoge ruimtes om warmteverdeling te verbeteren.

Hiermee wordt warmte bovenuit de ruimte naar werkplekniveau gebracht. Deze ventilatoren kunnen met een thermostaat worden geregeld. De terugverdientijd is 3 tot 5 jaar. Ondersteunings­ventila­tor in hoge ruimtes

Pas balansventilatie met warmteterugwinning toe.

Afgevoerde warme lucht kan worden gebruikt voor verwarming van binnenkomende koele lucht. Hiermee kan 40-80% van de warmte teruggewonnen worden. Deze maatregel is rendabel als meer dan 6.000 m3 per uur geventileerd wordt. Warmteterugwinning (wtw) uit ventilatielucht is één van de meest efficiënte maatregelen voor jouw portemonnee en voor het milieu. Voorzie de wtw van een by-pass om vrije koeling mogelijk te maken.

Gebruik restwarmte

Restwarmte of warmte tegen van bovenin de ruimte kan gebruikt worden om energie te besparen. Winkels of andere gebouwen met een luchtgordijn én een plek waar veel warmte vrij komt, zoals een televisieafdeling of compressorruimte, kunnen de restwarmte via een warmtewisselaar overbrengen naar het luchtgordijn, om een luchtgordijn goed te laten werken is een juiste installatie ook belangrijk. Goede plaatsing en werking van luchtgordijn bij entree Warmte van bovenin de ruimte kan gebruikt worden om ovens voor te verwarmen, waardoor minder aardgas nodig is. Gebruik warme lucht van bovenuit ruimte om oven op te warmen

Lokale verwarming

In (hoge) ruimtes waar mensen op een vaste plek werken, is lokale verwarming prettig en efficiënt. Denk aan vloerverwarming of stralingsverwarming.

Vloerverwarming.

Bij werk waarbij mensen weinig van hun plaats komen is vloerverwarming aantrekkelijk. De luchttemperatuur kan dan lager zijn, terwijl de temperatuur toch aangenaam is. Vloerverwarming kan eventueel gecombineerd worden met koeling. Dit is interessant als het vloeroppervlak van kantoor en werkplaats minimaal 30% van het totale vloeroppervlak beslaat of groter is dan 500 m2.
Wand- of vloerverwarming

Stralingsverwarming.

In werkplaatsen of loodsen met vaste werkplekken kan lokale stralingsverwarming een grote besparing opleveren. Voorwaarde is dat de rest van de ruimte koel mag blijven. Kies voor gasgestookte stralers met een hoog rendement.
Gasgestookte stralingsverwarming i.p.v. ruimteverwarming

Efficiënt verwarmingssysteem

Wil je jouw gebouw kunnen koelen én verwarmen, dan is een warmtepomp een efficiënte optie. Bij alleen verwarmen is een zuinige ketel op biomassa interessant.

Ongehinderde convectie bij radiatoren.

Zorg dat radiatoren hun warmte goed kwijt kunnen. Hang of zet er geen gordijnen, meubels of omkastingen voor. Verbeter warmteafgifte door radiatoren

Lage temperatuur verwarming (LTV).

Bij LTV is het verwarmingswater niet warmer dan 55ºC, bij zeer lage temperatuur verwarming (ZLTV) zelfs maar 35°C. Dit is comfortabeler en zuiniger dan reguliere verwarming. Om de opwarmtijd te beperken gebruik je een LTV-radiator met ‘boostfunctie’. Dit bespaart 15 tot 25% energie ten opzichte van gewone LTV. Lagetemperatuur­verwarming (LTV)

Betonkernactivering.

Betonkernactivering (BKA) is het verwarmen of koelen van een ruimte door water te pompen door leidingen in de kern van de betonnen vloer of het betonnen plafond. BKA werkt met Lage Temperatuur Verwarming (Lagetemperatuur­verwarming (LTV)) en Hoge Temperatuur Koeling (Hoge temperatuur koeling (HTK) voor centraal koelsysteem). Betonkernactivering.

Isoleer in onverwarmde ruimtes de verwarmingsleidingen.

De terugverdientijd hiervan is gemiddeld 1 jaar. Isoleer leidingen

Isoleer appendages

Bij appendages (flenzen en afsluiters en andere onderdelen van een warm- of koudwatercircuit) gaat warmte verloren. Appendages isoleren is rendabel in gebouwen en in installaties met een langdurige warmtevraag (bijvoorbeeld zorginstellingen, zwembaden, sporthallen) en in warmtapwaterinstallaties. De terugverdientijd hiervan is gemiddeld 1 tot 4 jaar. Isoleer appendages

Installeer een warmtepomp.

Een warmtepomp is een alternatief voor een gasgestookte verwarmingsketel. Met een warmtepomp kunnen allerlei bronnen van warmte gebruikt worden om een pand te verwarmen. Bijvoorbeeld ventilatielucht, riool- of oppervlaktewater, of de bodem (Warmte- en/of koudeopslag in de bodem (WKO)). Er zijn twee typen warmtepompen, een gasgestookte en een elektrische. Een warmtepomp is 60% zuiniger dan gewoon elektrisch verwarmen. Warmtepompen zijn extra interessant als een gebouw verwarmd én gekoeld wordt en in combinatie met lage temperatuur verwarming.
Een gasgestookte warmtepomp (Gasabsorptie­warmtepomp) is in aanschaf duurder, maar in gebruik goedkoper dan een elektrische (Warmtepomp voor ruimteverwarming en warm tapwater). Kies daarom voor een gasgestookte als de warmte- en/of koudevraag hoog zijn, je continu verwarmt en/of koelt of er een grote warmtapwatervraag is.

Gebruik biomassa als brandstof.

Houtsnippers, bio-olie en biogas kunnen gebruikt worden voor verwarming en elektriciteitsopwekking. Bio-olie en -gas kunnen in een ‘gewone’ niet condenserende cv-ketel of in een warmtekrachtinstallatie verstookt worden. Voor houtpellets is een speciale bioketel en een flinke opslag voor de brandstof nodig. Het verstoken van biomassa bespaart CO2.

Plaats een HR-ketel.

Als je een gasgestookte cv-ketel aanschaft, kies dan een HR-ketel. Vervang een conventionele of VR-ketel ouder dan 12 jaar. Gasgestookte HR-ketel i.p.v. conventionele ketel of VR-ketel

Kies een cascaderegeling met meerdere kleine ketels.

Overweeg in plaats van één grote cv-ketel een cascaderegeling. Meerdere ketels leveren daarbij samen het benodigde vermogen. Bij geringe warmtevraag worden minder ketels ingeschakeld. Een cascaderegeling vergroot ook de betrouwbaarheid van de warmtevoorziening, omdat er doorgaans niet meer dan één ketel tegelijk uitvalt.

Installeer een HR-directgestookte luchtverwarmer.

In grote ruimtes is een gasgestookte HR-luchtverwarmer vaak een efficiënte keuze. Hierbij treden geen leiding- en stilstandverliezen op. Let op dat de capaciteit is afgestemd op de omvang en isolatiegraad van de te verwarmen ruimte. Gasgestookte HR-luchtverwarmer in bedrijfshal i.p.v. conventionele

Gebruik phase change materials (PCM's)

Het toepassen van een phase change material bespaart op het energieverbruik voor ruimtekoeling en ruimteverwarming. Het materiaal fungeert als buffer door warmte op te slaan bij een overschot en weer af te geven wanneer er behoefte aan warmte ontstaat. Phase change materials (PCM's)

Goede regeling verwarming

Denk na over de regeling van het verwarmingssysteem. Moet het overal even warm kunnen worden, wie mag de temperatuur regelen, waar komt de thermostaat/regelkast? Moet alles automatisch werken of zet iemand iedere avond de thermostaat laag?

Goede temperatuurregeling in de ruimtes.

Met bijvoorbeeld thermostaatkranen en programmeerbare thermostaatregelingen (per vertrek) kun je veel energie besparen. Overweeg ook een overwerkschakeling. Hiermee kan het uitschakelen van de verwarming en andere apparatuur tijdelijk worden uitgesteld.

Plaats pompschakeling in verwarmingsinstallatie.

Een cv-pomp hoeft alleen te pompen als er warmte gevraagd wordt. Een pompschakelaar zorgt daarvoor en verdient zich binnen een jaar terug. Bij moderne ketels is doorgaans een pompschakelaar ingebouwd. Schakel pomp in (vloer-) verwarmings­installa­tie automatisch uit

Plaats een toerenregeling op verwarmingspomp.

Kies een verwarmingspomp met een schakelbaar toerental, een frequentieregeling of een dubbelpomp. Zo bespaar je elektriciteit wanneer de pomp niet op volle sterkte hoeft te werken. Een toerenregeling bespaart 60-70% ten opzichte van een regeling door smoren of met een vaste pompcapaciteit. Frequentiegeregelde cv-pomp

Maak inregelen installatie onderdeel van opdracht.

Neem het goed inregelen van de installatie in de opdracht op. De vooraf berekende verdelingen van warmte, lucht of koude komen vaak niet exact overeen met de praktijk. Door een goede inregeling kan dat bijgesteld worden. Dat verhoogt het comfort en verlaagt meestal de energiekosten.

Complexe bestaande installatie? Vraag jouw installateur om een Installatie Performance Scan (IPS).

De IPS geeft inzicht in de verbetermogelijkheden voor klimaatinstallaties in utiliteitsgebouwen. De scan omvat alle onderdelen van de klimaatinstallatie: warmte- en koude-opwekkers, regelingen, distributiesysteem en afgiftesysteem. De focus ligt op maatregelen die met een geringe investering snel resultaat opleveren. Bijvoorbeeld: sluit het klokprogramma beter aan op de bedrijfstijden, plaats prestatiemeters voor de koelinstallatie of isoleer de appendages in het ketelhuis. Een facilitair beheerder, installateur of installatie-adviseur kan de scan voor jou invullen. Maak afspraken met jouw verhuurder over het uitvoeren van de maatregelen.

Ventilatie

Voldoende ventilatie is belangrijk voor een goed werkklimaat, maar overbodige ventilatie kost je onnodig veel elektriciteit en verwarming.

Ventileer niet meer dan nodig.

Bij vraaggestuurd ventileren stem je de ventilatiecapaciteit af op het seizoen, het tijdstip of de bezettingsgraad van het gebouw. Gangbare oplossingen hiervoor zijn een tijdklok, CO2-sensoren of – bijvoorbeeld in toiletten – koppeling aan de lichtschakelaar. In een keuken kun je de afzuiging koppelen aan het gebruik van het kooktoestel. Deze maatregelen besparen 10 tot 25% elektriciteit. De terugverdientijd bedraagt 2 tot 5 jaar. Informeer bij de installateur of een regeling in jouw geval rendabel is. Let op dat je bij veranderingen in het gebouwgebruik de ventilatiecapaciteit en/of regeling hierop opnieuw afstemt.

Pas een frequentiegeregelde ventilator toe.

Deze maatregel is interessant bij regeling van ventilatie per vertrek of zone. De toerenregeling vervangt smoor- of regelkleppen. Kan ook bij een machinepark met afzuiging.

Plaats printers en kopieerapparaten in aparte ruimtes met eigen afzuiging.

Printers en kopieerapparaten stoten ongezonde stoffen zoals ozon en fijn stof uit. Je zuigt deze stoffen het meest effectief en efficiënt af door de apparatuur in aparte ruimtes met afzuiging te plaatsen.

Gelijkstroomventilator.

Een gelijkstroomventilator gebruikt 40% minder elektriciteit dan een wisselstroomventilator. Gelijkstroom­ventila­tor

Neem inregelen installatie op in opdracht.

Neem het goed inregelen van de installatie in de opdracht op. De vooraf berekende verdelingen van warmte, lucht of koude komen vaak niet exact overeen met de praktijk. Door een goede inregeling kan dat bijgesteld worden. Dat verhoogt het comfort en verlaagt meestal de energiekosten. Denk ook aan een gebouwbeheerssysteem (GBS). Een gebouwbeheersysteem wordt gebruikt om alle installaties, met name de elektrische en werktuigbouwkundige installaties, centraal aan te sturen en te laten samenwerken (communiceren). In de praktijk valt met een Gebouwbeheerssysteem grote energiewinst te maken. Te vaak gebeurt het bijvoorbeeld dat een ruimte tegelijk verwarmd en gekoeld wordt. Gebouwbeheersysteem (GBS)

Be- en ontvochtiging

Lucht bevat waterdamp. Hoe veel water de lucht bevat is afhankelijk van een aantal factoren. Warme lucht kan meer water bevatten dan koude. Ook de mate van afzuiging heeft invloed op de luchtvochtigheid. Als de lucht droog is, dan voelt dat niet comfortabel voor de mens. Ook voor sommige producten is de luchtvochtigheid belangrijk om vervorming of beschadiging bij bewerken en in opslag te voorkomen, bijv. in de grafische en papier industrie. Bij een te lage luchtvochtigheid kan door statische elektriciteit ongewenst kleven bij het productieproces optreden.

Energiezuinig bevochtigen

Elektrische stoombevochtiging gebruikt onnodig energie. Beperk het energiegebruik van bevochtigen door: